Jaap Blonk Vijftig-en-een-half (NL)

KindaMuzik:

Blonk, we hebben je zo hard nodig de komende vijftig jaar!

23 december 2003, Theater Kikker, Utrecht (NL)

Tekst: Remco Takken

Publicatiedatum: 07 januari 2004

Altijd heb ik geleefd in de veronderstelling dat stemkunstenaar Jaap Blonk volstrekt alleen stond en totaal uniek was. Totdat Blonk zelf me onlangs uit de droom hielp. Voor zijn avondvullende programma ‘Blonk vijftig-en-een-half’ in het Utrechtse Theater Kikker nodigde hij een aantal gelijkgestemden uit. Lieden die werken met ongeveer hetzelfde ruwe materiaal als Blonk zelf. Er zijn blijkbaar meer mensen bezig met dadaïsme, klankgedichten, improvisatie en elektronica.

Stemmen en tegenstemmen

Michael Lentz vermenigvuldigt zijn stem door twee geluidsbanden te laten meelopen met zijn strak geregisseerde performance. Het resultaat is duizelingwekkend en overtuigend: de luisteraar wordt in stereo heen en weer geslingerd tussen stemmen en tegenstemmen. De in Duitsland woonachtige Rus Valeri Scherstjanoi droeg in Theater Kikker een abstract klankgedicht voor, ooit opgeschreven in cyrillisch schrift. Het klonk een beetje als Jaap Blonk, maar die had zelf even eerder al verklaard dat hij het niet kon: hij beheerst het Russische schrift niet. De Noorse stemkunstenares Maja Ratkje is een aanstormend talent. Haar stem is te horen op haar debuut-cd Voice en de albums van de groep Spunk, allen op het Noorse Runegrammofonlabel. In Utrecht bleek zij meer dan opgewassen tegen de lage grunts van de mannelijke dichters, en toonde zij zich bovendien een vaardig dirigent van een improvisatiebigband.

Blonk zelf verfijnt zijn klankdichterlijke vocabulaire door te dichten in een zelfgemaakte taal, een Noord-Europees aandoend mengelmoesje dat hij Onderlands noemt. Tegelijkertijd sleutelt hij aan de positie en de klank van zijn stem met behulp van subtiele elektronische vervormingen. Een mooi voorbeeld daarvan was te horen in een live-fragment uit de recente dubbel-cd Off Shore (Kontrans/ Toondist).

Logisch en terloops

Het waren slechts enkele van de talloze verrassingen op de 50 ½ e verjaardag van Jaap Blonk. De even vlekkeloze als flitsende overgangen tussen de twintig (!) korte acts boden uiteindelijk het meest overrompelende effect van de avond. Of het nu ging om een duet tussen gitaristen Terrie Ex en Paul Pallesen of leden van Blonk’s eigen groepen Braaxtaal en Splinks, alles verliep even logisch en terloops. Wanneer Radboud Mens net iets te lang bleef hangen in zijn voorgeprogrammeerde beats, greep Blonk eigenhandig in met een korte performance, en hop! Een nieuwe act was geboren.

Muziekpolitiek statement

Er was echter veel meer aan de hand op deze avond. Naarmate de avond vorderde groeide Blonk 50 ½ uit tot een scherpe aanklacht, een impliciet muziekpolitiek statement. Want de muzikanten die Blonk om zich heen verzamelde voor zijn vijftigste verjaardag hadden iets met elkaar gemeen. Het waren mensen die om de een of andere reden altijd onderbelicht zijn gebleven in Nederland. We hebben het hier niet over veelbelovende beginners of luchthartige bon-vivants. Mary Oliver, Paul Pallesen, Theo Bodewes, Bart van der Putten, Rob Daenen en Anne La Berge zijn al jaren baanbrekend bezig in het kleine wereldje van de geïmproviseerde muziek, elektronica en hedendaags gecomponeerd. Ze moeten de hele wereld over om op concerten en concertjes te spelen die in ons eigen land nauwelijks nog worden geprogrammeerd. Zelfs een in jazzkringen hoog gewaardeerd trompettist als Angelo Verploegen is hier welbeschouwd maar zelden te horen met eigen repertoire in kleine, intieme bezetting. Zijn vrije improvisaties, en een plotseling Miles Davis-citaat in een dance-achtig duet met Radboud Mens roepen om meer. Dit zouden honderden mensen in iedere stad toch leuk moeten vinden?

Muziekpaleizen en platencontracten

Maar in deze tijd waarin voor miljoenen euro’s wordt geïnvesteerd in grootschalige muziekpaleizen en andere cultuurtempels, wordt het steeds moeilijker een optreden te boeken met een simpel trio. ‘Er wordt gesmeten met groot geld, klein geld lijkt er niet meer te zijn’, merkte componist David Dramm op over de huidige situatie in Nederland. Hoe vaak speelde Braaxtaal nou eigenlijk in de buurt dit jaar? Het werd allemaal pijnlijk duidelijk op die 23e december in 2003. In dit jaar, het jaar dat door sommigen al is omgedoopt tot het jaar van de jazzvocalisten, is haast alleen nog plaats voor sterren met dikke platencontracten. Maar daar moeten we het niet van hebben.

Mensen als Blonk, die niet alleen eigenhandig een herkenbaar en hoogstaand oeuvre opbouwt, moeten geëerd en vertroeteld worden. Als hij terugkomt van zijn lange internationale reizen langs de culturele hoofdsteden is zijn cd-koffertje halfleeg. Zijn hoofd is gevuld met namen van artiesten die wij niet kennen, namen die er toe doen. Namen als Scherstjanoi, Lentze, en Ratkje. Blonk, we hebben je zo hard nodig de komende vijftig jaar!

Scroll to Top